Commentaarronde
De organisaties die aan de richtlijn hebben meegewerkt geven commentaar. Ze toetsen de richtlijn op inhoud en toepasbaarheid. De duur van de commentaarfase verschilt voor per richtlijn, zoals (4-6weken) voor gedeeltelijke herzieningen en regulier onderhoud (2-3maanden), maar ook per ontwikkelende organisatie, zoals de FMS als het NHG. De commentaar gevende partijen kunnen discussiepunten, nuanceringen of voorstellen vanuit de ervaren praktijk inbrengen. Commentaar geven kan tijdens een [invitational conference = Bijeenkomst voor genodigden.], via een landelijke openbare bijeenkomst, via vragenlijstonderzoek of door een praktijktest met een concept van de richtlijn. Organisaties die ook bij de knelpuntenanalyse betrokken waren, worden in ieder geval gevraagd om commentaar te geven. Bij een grote richtlijn vindt er soms eerst een interne commentaarronde plaats. De werkgroep leden bespreken het commentaar en beslissen hoe ze het verwerken in de richtlijn. Soms wordt een aanbeveling aangescherpt, soms juist genuanceerd.
De commentaarfase van het NHG
De commentaarronde van het NHG bestaat uit een interne commentaarronde en een externe (brede) commentaarronde.
Het Cluster Richtlijnontwikkeling van het NHG, de afdeling van het NHG die richtlijnen ontwikkelt, voorziet als eerste de conceptrichtlijn van commentaar (interne commentaarronde). De werkgroep leden bespreken het commentaar en beslissen hoe ze het verwerken in de richtlijn. Soms wordt een aanbeveling aangescherpt, soms juist genuanceerd. Als dit is verwerkt krijgen externe belanghebbenden, zoals toekomstige richtlijngebruikers, experts en patiëntenverenigingen, gelegenheid de conceptrichtlijn te becommentariëren (externe commentaarronde). Het NHG heeft een standaardlijst van partijen die worden benaderd in de commentaarfase, welke afhankelijk van het onderwerp verder word aangevuld. Deze partijen zijn lang niet altijd betrokken geweest in de ontwikkelingsfase. Ze toetsen de richtlijn op inhoud en toepasbaarheid. Ze kunnen discussiepunten, nuanceringen of voorstellen vanuit de ervaren praktijk inbrengen. Door externen aangedragen literatuur wordt bekeken op relevantie en zo nodig toegevoegd.
Tijdens de externe commentaarronde, die 4 tot 6 weken duurt, krijgen de volgende partijen de conceptrichtlijn voorgelegd:
- Richtlijngebruikers: leden van het NHG kunnen de richtlijn van commentaar voorzien. En/of bespreking van de richtlijn in een focusgroep van circa 10 huisartsen.
- 2 leden van de NHG-Adviesraad Standaarden
- Relevante wetenschappelijke beroepsverenigingen
- Relevante NHG-expertgroep(en)
- Patiëntenfederatie Nederland (PFN) en relevante patiëntenvereniging(en)
- Zorginstituut Nederland
- Zorgverzekeraars Nederland
- Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) (Geneesmiddel Informatie Centrum)
- College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)
- Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM)
- Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)
- Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)
- Medische vakcommissie Nederlandse Vereniging van PraktijkOndersteuners en praktijkverpleegkundigen (NVvPO)
- InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg
- Federatie Medisch Coördinerende Centra (FMCC)
- Domus Medica België
- Hoofdredacteur Huisarts en Wetenschap
- ExpertDoc
Afhankelijk van het onderwerp krijgen ook deskundigen op het gebied van migratieachtergrond, arbeid, seksualiteit en gender de richtlijn voorgelegd.
Aandachtspunten voor de patiëntenvertegenwoordiger
De patiëntenorganisatie kan de richtlijn voorleggen aan een brede groep gebruikers en toetsen of de aanbevelingen passend en volledig zijn. Dit kan ook een adviesgroep van ervaringsdeskundigen zijn. Zo kan je toetsen of de aanbevelingen passend en volledig zijn.
Bepaal of de teksten wel of niet goedgekeurd kunnen worden, na de commentaren van jouw achterban
Als er zaken over het hoofd zijn gezien, kun je die nu nog aan de werkgroep voorleggen.
Als er meerdere patiëntenorganisaties betrokken zijn bij de richtlijn, is het verstandig de commentaren te delen en te bespreken met elkaar. Zo krijgt de werkgroep vanuit het patiëntenperspectief niet verschillende opmerkingen.
Werk je met meerdere patiëntenorganisaties aan de richtlijn, stem de commentaren dan met elkaar af.